Wat eraan vooraf ging
Het PEETA Project werd gesubsidieerd door het Europese Life Long Learning Programme voor de periode 2010-2012, om te onderzoeken of de methode succesvol zou kunnen zijn. De deelnemende landen van het PEETA Project waren: het Verenigd Konkrijk, Nederland, Portugal, Italië en Oostenrijk.
Het SEPE Certificaat 'Werknemersvaardigheden' dat de kern van het PEETA Project vormt, is ontwikkeld door de Universiteit van Exeter in 2006/7 en vindt haar grond in een onderzoek (Dr. P. Bayliss and Dr. D. Morgan) naar vernieuwende methode voor assessment en feedback.
Uitgangspunt van het certificaat ligt in het concept dat het actief meedoen aan een kunstzinnig project, mensen de mogelijkheid biedt hun potentieel te ontwikkelen en vaardigheden en zelfvertrouwen eigen te maken als basis voor het verbeteren van hun leven.
De methode werd voor het eerst in 2006 in praktijd getoetst in Coventry, UK, in een 'Employability through the Arts' project. Dit project kende zes pilots, waaraan met verschillende doelgroepen gewerkt werd: mensen met leermoeilijkheden, jongeren die buiten het systeem dreigden te vallen, werklozen en mensen met een voorwaardelijk in vrijheid gestelde aantekening.
In 2007 werd er voor het eerst in een gevangenis (The Verne, UK) met de methode gewerkt. Naar aanleiding van de behaalde resultaten, werd samenwerking met een zo groot mogelijk examineringsbureau gezocht, Edexcel, om het certificaat marktwaarde en geldigheid te geven.
Hierop volgend en gefinancieerd met een tweejarige subsidie van het Europese Long Learning Programme van Leonardo werden in de periode 2010-2012 in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Portugal, Italië en Oostenrijk waardevolle pilots in gevangenissen gedraaid, onder leiding van Superact UK.
De resultaten van die pilots moedigen aan de methode ook buiten gevangenissen toe te passen.
Het PEETA Project werd gesubsidieerd door het Europese Life Long Learning Programme voor de periode 2010-2012, om te onderzoeken of de methode succesvol zou kunnen zijn. De deelnemende landen van het PEETA Project waren: het Verenigd Konkrijk, Nederland, Portugal, Italië en Oostenrijk.
Het SEPE Certificaat 'Werknemersvaardigheden' dat de kern van het PEETA Project vormt, is ontwikkeld door de Universiteit van Exeter in 2006/7 en vindt haar grond in een onderzoek (Dr. P. Bayliss and Dr. D. Morgan) naar vernieuwende methode voor assessment en feedback.
Uitgangspunt van het certificaat ligt in het concept dat het actief meedoen aan een kunstzinnig project, mensen de mogelijkheid biedt hun potentieel te ontwikkelen en vaardigheden en zelfvertrouwen eigen te maken als basis voor het verbeteren van hun leven.
De methode werd voor het eerst in 2006 in praktijd getoetst in Coventry, UK, in een 'Employability through the Arts' project. Dit project kende zes pilots, waaraan met verschillende doelgroepen gewerkt werd: mensen met leermoeilijkheden, jongeren die buiten het systeem dreigden te vallen, werklozen en mensen met een voorwaardelijk in vrijheid gestelde aantekening.
In 2007 werd er voor het eerst in een gevangenis (The Verne, UK) met de methode gewerkt. Naar aanleiding van de behaalde resultaten, werd samenwerking met een zo groot mogelijk examineringsbureau gezocht, Edexcel, om het certificaat marktwaarde en geldigheid te geven.
Hierop volgend en gefinancieerd met een tweejarige subsidie van het Europese Long Learning Programme van Leonardo werden in de periode 2010-2012 in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Portugal, Italië en Oostenrijk waardevolle pilots in gevangenissen gedraaid, onder leiding van Superact UK.
De resultaten van die pilots moedigen aan de methode ook buiten gevangenissen toe te passen.